Frédérique's home  Curriculum vitae  Foto's  Reizen
30 maart-11 april 2004
30. Damascus citadel, oude stad
31. Museum, paleis en Moskee;
01. Baalbek in Libanon;
02. Shahba, Qanawat, As Sweida en Bosra;
03. Sint Joris in Izraa, Dmeir en Palmyra;
04. De opgraving van Palmyra in detail;
05. Doura Europos, Mari en het museum van Deir-Ez-Zor;
06. Halabiyeh, Ar Rafaseh, Emar;
07. Cyrrhus, Sint Simeon, Breij;
08. Ma'arat al Nu'man, en de ghost villages Sirgilla, Bauda, Al Bara;
09. Chateau de Saone, Apamea;
10. Hama noria, museum, Qara, Mar Musa;
11. Damascus Souk
Syrië met de lithomanen
di 30 maart: heenreis en de eerste indruk van Damascus

Openbaar vervoer in de vroege morgen
Aangezien we voor half zeven op het vliegveld moeten zijn, gaat de wekker op een onchristelijk tijdstip. Niet erg plezierig, omdat ik natuurlijk toch tot diep in de nacht bij Mediamatic bezig ben geweest met het afmaken van het een en ander, daarin gehandicapt door uitvallende internetten en telefoons.

Het plan is de nachtbus van 05u08 te pakken naar centraal. Maar die is meer dan 5 minuten te vroeg, dus ik zie hem vrolijk langs scheuren terwijl ik nog door de KNSM-laan loop. En dat is 'm echt, want er komt daarna geen bus meer opdagen. De taxicentrale die ik bel meldt dat alle medewerkers in gesprek zijn. Dan heb ik er genoeg van en ga ik maar lopen. Na een half uur stevig doorstappen met mijn koffer op wieltjes achter me aan ben ik op tijd op het station. Volgende keer moet ik dat maar meteen zo plannen.

De trein van 05u43 zie ik niet, maar dat geeft me de tijd om alvast en treinkaartje voor de terugreis te kopen alvorens ik de trein van 06u13 neem. Die staat er namelijk wel al, maar je mag er nog niet in. Op dit tijdstip van de dag bewaken ze hun treinen kennelijk goed: ik moet mijn kaartje laten zien aan een heel team conducteurs voordat ik mag instappen.

De vliegreis
Iedereen is keurig op tijd op Schiphol, maar bij de balie waar we onze tickets moeten ophalen weten ze van niets. Na een hele tijd nijver zoeken vindt het juffrouwtje ze uiteindelijk in de brandkast. Bij de horlogewinkel in het tax-free winkelcentrum zijn ze ook niet 100% wakker: het meisje zou mijn horloge voor een nieuw batterijtje doorgeven aan de horlogemaker zodra die aankomt, maar wanneer ik hem kom ophalen ligt-ie nog gewoon te wachten op verzending via de buizenpost.

De vertraging die al snel wordt aangekondigd, slikken ze in eerste instantie weer in. Paul en Louise die nog even achter een fles wijn aan zijn, moeten een sprintje trekken. Maar vervolgens blijven we een hele tijd in het vliegtuig zitten wachten. Het probleem is dat er kennelijk in Wenen maar één landingsbaan beschikbaar is, en wij dus moeten wachten op onze time slot. En we zijn zo'n beetje naar Haarlem getaxied voordat we daadwerkelijk vliegen.

Omdat het rustig is in het vliegtuig, kunnen we verkassen naar een plaatsje bij het raam. Dat is inderdaad de moeite waard, want het is aardig helder boven Europa. Nou valt er niet veel te zien daar boven Duitsland en de Alpen hebben we rechts laten liggen. Maar bij aankomst in Wenen hebben we een prachtig uitzicht over de stad, met een aantal paleisachtigheden, waarvan er vast eentje Schönbrun is. Op het vliegveld hoeven we maar één gate op te schuiven, zodat we het idee krijgen dat het maar een klein vliegveldje is. Op de terugweg blijkt er nog een hele andere vleugel aan het vliegveld te zitten, gescheiden van het stukje waar we aankomen door een enorm winkelcentrum.

Visa
Geti van Internoord heeft ons tevoren allemaal al een formulier laten invullen voor een collectief visum en ons 5 kopieën van ons paspoort laten meenemen. Dat visum hebben we niets meer van gezien, maar we gaan ervan uit dat het wel goed zal zijn. Maar op de luchthaven in Wenen eisen ze ineens wel dat we een visum voor Syrië kunnen laten zien. Uiteindelijk hebben we ze gesust met een kopie van het formulier dat we naar Geti hebben gestuurd; dat hebben ze naar Syrië gefaxt, of zo iets. In het vliegtuig moeten we ook nog een formulier invullen met interessante informatie zoals de voornaam van je vader.

Uiteindelijk vertelt de gids in Syrië dat al deze maatregelen allang zijn afgeschaft; kennelijk heeft niemand dat verteld tegen al die luchtvaartmaatschappijen en tour operators. In ieder geval heeft niemand ook maar een hint gegeven dat ze geïnteresseerd zouden kunnen zijn in onze kopieën en formulieren.

De gids
Op het vliegveld in Damascus lopen we meteen tegen de gids aan. We zijn de enige groep, dus die uniformloze man die binnen het niemandsland achter de douane staat te wachten moet wel onze gids zijn. Hij neemt meteen onze paspoorten in om de douaneformaliteiten te regelen, zodat we daarna 'en groupe' door de vip-exit langs de rijen wachtenden kunnen lopen.

Hij heet Maan Al Sabbagh. En dat spreek je inderdaad gewoon uit als Maan. Hij is 41 en werkt al een jaar of 12 als gids. Hij heeft Arabische en Engelse literatuur studeert en gidst in het Engels. Zijn Engels is op zich goed, maar kent natuurlijk wel een heleboel eigenaardigheden, die we wel kennen uit Jordanië. Klemtonen liggen wel eens op vreemde plaatsen (monastéries), de b en de p zijn onderling uitwisselbaar (tembles), net als klinkers (mosepotemia i.p.v mesopotamia, hoola i.p.v halo). En dan heb je natuurlijk de earthequakes. Hij begrijpt ook niet altijd alles wat je zegt, maar uiteindelijk komen we er goed uit met z'n allen. Hij beheerst geen Frans en dat is wel een handicap in zijn werk. Want de Fransen graven veel op in Syrië en die publiceren dat natuurlijk in het Frans.

Een eerste rondje Damascus
We hebben met Maan afgesproken voor het diner, maar we kunnen het natuurlijk niet laten om alvast wat rond te kijken onder Jan's leiding. De Selimiye madrasa en Suleimaniye moskee zijn om de hoek bij hotel Afamia. En ze zijn zeker een bezoekje waard, ook al kunnen we niet in de moskee. De binnenplaats van de Selimiye golft alsof niet alleen de fontijn vol zit met water. De klaslokalen van de madrasa eromheen gebruiken ze nu als artisanale winkeltjes. Achterin zit een glasblazersatelier. Altijd leuk.

De Suleimaniye is omringd door opgezette straalvliegtuigen en soldaten met grote geweren. Daar zit namelijk het legermuseum. De moskee, in de 16e eeuw ontworpen door dezelfde grote Sinan die we kennen van de moskee in Edirne, wordt mooi weerspiegeld in de vijver op de binnenplaats. De galerijen eromheen zijn betegeld met geglazuurde, overwegend blauwe tegeltjes die lijken op Izmit tegels. Volgens de guide bleu klopt dat ook: Damascus-tegels lijken sprekend Izmit, maar dan zonder het rood en met wat meer ceders en vogels.

Terwijl de scherming valt, wandelden we, via het station Hedjaz dat om de andere hoek ligt, naar de oude stad. Op naar de souk en de citadel. Lichtjes kijken, en Saladin. Die staat namelijk als standbeeld voor de citadel, omdat de stad zijn hoofdkwartier was. Maar de citadel is pas na zijn dood door zijn broer gebouwd, in deze vorm in ieder geval. Het plein voor de moskee zien er prachtig uit in de spotlights: de megazuilen van de Zeustempel, de minaretten, de drukte met de snoepkarretjes in de straat, en de rust op het plein zelf.

Om 18u is het donker en branden alle muezzins los. Dan hoor je wel dat er aardig wat moskeeën in het centrum zijn. De grote moskee is zelfs zo belangrijk dat horeca die er te dicht in de buurt ligt geen alcohol schenkt. Vinden ze gewoon niet gepast. Het Old Damascus waar we dineren is er een van. Maar ja, het eten is ruimschoots lekker genoeg om het feit dat we er geen wijn bij kunnen krijgen te compenseren.


overnachting: Damascus (hotel Afamia)

Links
algemeen
Maan's site »
Syria net »
Ancient Near East.net (journals) »
Biblical archaeology: sites in Syria »
about.com; archeologie in Syrië »
Deutsches Archäologisches Institut in Syrie »
the potter's wheel »
Mosaics of the Greek and Roman world (intro) »
Understanding islam »
Caliph, Caliphs, Muslim Early History Chart »
Archnet publications about Syria »
Survival and archaisms in the architecture of northern Syria ca 1080-1150 »
Het arabische alfabet: Persische webpagina »


Damasceense tegels (Soleimaniya Damascus)


Beeld van een offrant uit Mari (museum Damascus)


Ivoren prins (museum Damascus)


Minaret al Garbiye (Damascus)


Ummayaden moskee (Damascus)


Paradijsmozaiek aan de binnenplaats van de Ummayadenmoskee


Interieur van de Ummayaden moskee


In de moskee: Johannes de doper


De soek van Damascus
wo 31 april: Damascus museum, paleis en Moskee

Selimiye en Suleimaniye
Toch nog even bij daglicht en met tekst en uitleg van Maan langs de Selimiya en de Soleimaniya. Hij vertelt bijvoorbeeld dat de toevoeging van rode stenen in de zwart witte strepen van ablaq een uitvinding is van de Mamelukken. Ook kijken we nog eens goed naar de mouqarna, de stalagtieten boven de deur. De Tekkiye was een cadeautje van de overheid voor de pelgrims. Hier verzamelde de pelgrims zich om al caravaan in 2 a 3 weken naar Mekka te reizen. Rond de moskee logeerden de leiders; het gewone volk kampeerde in de Khan ernaast.

Nationaal museum
De bus is ondertussen naar het museum gereden, zodat we hem als kluisje kunnen gebruiken voor de rugzakjes die in het museum verboden zijn. Eerst een rondje door de tuin van het museum:
  • Mozaïeken uit Apamea: vechtende beesten en een losse therapenide: een soort dansend dienstmeisje. De felgekleurde rode en blauwe steentjes zijn geen steentjes maar glas.
  • Sarcofagen.
  • Een hele serie basalten nikès met blote navels. Dat is huisstijl in deze regio, want we hebben ze bijvoorbeeld ook in Bosra gezien.
  • En nog stèle uit Hauran; basalt dus. De man heeft een puntmuts; was dat de Nabateese invloed?
  • Basalten grafdeuren met de Palmyreense goden Aglibol (maan) en Yarhibol (zon).
  • De leeuw die een Palmyreense tempel heeft gesierd is echter van 'Brusselse steen': hartstikke nep dus.
  • Het front van een woestijnkasteel is weliswaar rafelig maar wel echt en indrukwekkend. Dat is zo vroeg islamitisch dat er nog menselijke figuren op staan afgebeeld; vrouwen zelfs. Later mocht dat niet meer, maar in het begin stond de islam open voor alle invloeden.
In de klassieke afdeling zijn erg veel vitrines leeg vanwege restauratie werkzaamheden. Voor een goed doel dus. Ook is er een heel team restauratoren 'in situ' bezig beelden (uit Palmyra) en fresco's (uit Doura Europos) op te knappen. Met een piepklein wattenstokje, maar ik neem aan dat ze er wel komen. Maar er zijn zeker nog genoeg mooie dingen over. Dit is een nationaal museum, met stukken uit het hele land. We hebben hier dus dingen gezien die we in de loop van de reis in de context van hun opgraving kunnen plaatsen.
  • Een aantal prachtige mozaïeken uit Shahba. Met Griekse letters, dus we konden het hele verhaal ter plekke uitpuzzelen… Bijvoorbeeld Gaia (ΓΗ), omringd door de winden, de keerkringen (ΤΡΟΠΑΙ), de tijd, en prometheus die het prototype (ΠΡΩΤΟΠΛΑCΤΗ) van de mens boetseert zodat Hermes de psyche erin kan blazen.
  • Ook is er een serie grafbeelden en reliëfs uit Palmyra, een reconstructie van een hypogaeum (108 AD), en een leuk reliëf van Ashtar en Tuche.
  • Een hoogtepunt was de binnenkant van de synagoge uit Doura Europos (245 A.D.). Fresco's met oud-testamentische taferelen, met name over het leven van Mozes: in zijn biezenmandje, in dialoog met de Rode Zee, bij het brandend braambos (schoenen uit!), wanneer hij de wetten ontvangt, en terwijl hij bronnen uit de rots slaat voor de 12 stammen van Israë. Maar we zien ook Abaraham, massa-scenes rond de ark des verbonds, en de kroning van David. Op een andere muur straft God de Israeli's; even verderop worden ze gered en weer tot leven gewekt door de vergiffenis van hun "Mercy God" En dat terwijl joodse kunst in principe geen menselijke figuren afbeeldt. Daar heb je de invloed van de Romeinen en/of christenen.
Aan de andere kant van het gebouw zijn de zalen met de oude steden. Uit Ugarit is er:
  • Ivoorsnijwerk: een serie Egyptisch aandoende en dus Phoenicische voorstellingen.
  • Een ivorend hoofdje van een prins uit de 14e eeuw B.C.
  • En een paar kleitabletten om het oudste alfabet ter wereld te illustreren: het spijkerschrift-achtige Ugarit-alfabet (14e eeuw B.C.). Onder andere een brief van de koning van Karkemisch aan die van Ugarit.
  • Een ritueel bassin van basalt uit Ebla (3e millennium B.C.) omgord door grijnzende leeuwen
In een aparte zaal staan vondsten uit Mari uit het derde en tweede millennium voor Christus. Onder andere:
  • Een serie oranten, die we ook op de Syrië-tentoonstelling in Leiden hebben gezien. Met name mannen met kale hoofden en baarden, en ontblootte bovenlijven en rokken van schapenvacht. En vooral grote ogen en brede grijnzen, want ze kijken naar de godheid. Je ziet duidelijk het contrast tussen de vriendelijk lachende, zachtaardige Mari-figuren in lichte steen en de strenge Assyrische figuren in basalt. Volgens Maan waren de Assyriërs een 'tough' bergvolk, dat daarom goed kon vechten. In Mari waren ze veel verfijnder.
  • Ze hebben ook al in het derde millennium dat prachtige goud met blauwe vis/adelaar/leeuwtje gemaakt. Dat hoorde op het dode lichaam van een overleden grootheid. Dus ik denk niet dat ik tijdens mijn leven wil lopen met zo'n replica die ze als ketting verkopen in de museumwinkel.
  • We hebben hier ook een leuk reliëfje gezien met een soort centaurs en inlegwerk met scènes uit het epos van Gilgamesh.
De zalen met islamitische kunst en de bovenverdieping met prehistorie hebben we maar overgeslagen. We gaan zo langzaam langs de vondsten uit de opgravingen die we nog gaan bekijken, dat we het niet halen om het totale museum te bezoeken binnen een dag…

Ummayad Palace restaurant
Heerlijk geluncht bij het restaurant Ummayad Palace, vlak bij de grote moskee. Er is daarom geen alcohol te vinden in dat restaurant, dus Mien blijft verstoken van haar biertje en de rest moet het zonder wijn stellen. Dit gemis wordt ruimschoots goedgemaakt door het spectaculaire buffet: een enorm aanbod aan mezze, warme hapjes en zoete toetjes, die ook nog eens hartstikke lekker zijn.

Azem paleis
Bij binnenkomst in het Azempaleis kom je uit allerlei smalle steegjes en gangetjes ineens op een binnenplaats als het paradijs: groene bomen, klaterend water in de fontijnen, omzoomd door prachtig ingelegde muren. Dit was de 'haremlek'. Van origine is het een 18e eeuw Ottomaans paleis, dat nu is gerestaureerd en omgebouwd tot kunstnijverheidsmuseum

Rond de binnenplaats liggen kamers met meubels, aangekleedde poppen en andere objecten. Een bruidskamer, met het bruidspaar op plateauzolen. Een kamer met muziekinstrumenten. Een kamer gewijd aan de pelgrimage naar Mekka, met koranversen gegraveerd op van alles, tot aan rijstkorrels. En een prive-badhuis.


Ummayaden moskee
De moskee heeft maar liefst drie minaretten:
  • De Jesus minaret (waar volgens het verhaal Jesus op de dag des oordeels zou moeten verschijnen).
  • De minaret van de bruid (de bruid van een van de koningen; zij heeft het lood voor het dak van de minaret gedoneerd).
  • De Mamelukse minaret Qayt Bey zou zijn afgeleid van de pilaren van de pilaarheiligen. De pilaarheiligen speelden in ieder geval een grote rol hier, dus waarom niet.
De minaretten kan je van buitenaf bekijken. Maar wij willen de moskee in. En dat gaat niet zomaar. In ieder geval niet voor de dames. Onze meegebrachte hoofddoeken zijn niet voldoende. We moeten een soort tentjurk huren, die je van top tot teen bedekt. De heren hoeven geen speciale maatregelen te treffen, afgezien van het standaard uittrekken van de schoenen. Die tenten leveren natuurlijk gemopper, maar je hoeft je in ieder geval geen zorgen te maken dat je je eigen kleren vies maakt wanneer je op een randje gaat zitten om je schoenen uit of aan te doen.

Het is even een gedoe, maar het is zeker de moeite waard om de moskee te bezoeken. Op de binnenplaats zitten fantastische Byzantijnse mozaieken, op de muren en op de schatkamer voor de belastinggelden. En dat zijn nog maar de restjes die ze hebben kunnen restaureren na de brand in 1893. Veel goud en paradijselijke voorstellingen met palmen en rivieren. Tegen de pleinmuur een voorstelling van Damascus, met de rivier de Barada, of van het paradijs. Maar eigenlijk is dat natuurlijk hetzelfde. Mohammed wilde immers al Damascus niet in, omdat een mens maar een keer het paradijs kan betreden.

De binnenkant van de moskee heeft een basilicavorm, maar dan dwars: gericht op een lange wand. Aan de mekka-kant naast de hoofd-mihrab nog een serie neven-mihrabs; geen overbodige luxe in zo'n lange wand. De koepel is later toegevoegd. In de uithoeken van de moskee zitten families te picknicken en liggen mensen hun siësta te houden. De moskee is er immers voor de mensen. In het centrum zitten blinde mannen geestelijke bijstand en advies te geven.

Opvallend is de 'shrine' van Johannes de Doper. Wat doet die in een moskee? Ten eerste is Johannes ook iemand voor de islam, omdat hij net als Noach en Abraham tot het Semitische geslacht behoort. Ten tweede was het voor de islam in de beginperiode een goed idee om zo veel mogelijk mensen te betrekken. In de tijd van de bouw van de moskee (8e eeuw A.D.) waren ze nog (relatief) goede vrienden van de christenen.

Op de plaats waar nu de moskee staat, stond eerst een christelijke kerk. Toen de Ommayaden kalief Al-Walid Ibn Abdul Malik daar die moskee wilden bouwen, heeft hij een stukje verderop een vervangende kerk laten bouwen. Vrij snel achter de moskee beland je dan ook in de christelijke wijk.


Romeinse ondergrond
Onder en tussen de islamitische - en plaatselijk christelijke - stad zitten de Romeinse overblijfselen. De grote moskee staat op de plaats van een enorme Jupiter tempel. De zuilen daarvan staan nog op het plein. En in de muur van de mihrabs nota bene zitten nog klassieke inscripties.

Bij de westpoort van de stad is in 2002 nog een stuk van de Romeinse muur gevonden. Dat is vlakbij de plaats waar ze Paulus over de muur getakeld hebben, toen hij de stad moest ontvluchten.

Soek
Iedere keer dat we naar het centrum gaan om iets te bezichtigen of te eten, komen we weer door de hoofdstraat van de soek. Het is toch altijd leuk om even de laatste dag of zo wat uitgebreider door zo'n soek te dwalen. Je ziet er van alles. Hoofddoeken bijvoorbeeld, een sjaalwinkel die er net wat anders uitziet dan bij ons. Maar mocht je denken dat de mensen hier zo kuis zijn: op iedere straathoek verkopen ze open en bloot het meest pikante ondergoed; dat zal wel voor binnenshuis zijn.

En dan heb je de waterpijpensoek, de niet te versmaden kruidensoek en zoetighedensoek. Allerlei geuren en kleuren. Af en toe kan je ineens een deur door, een binnenplaats op. Dat is dan een khan, een oude caravanserai. Sommige zijn erg fraai; helaas zijn er ook een heleboel gesloten wanneer wij daar,'s morgens redelijk vroeg, aan het rondkijken zijn.


overnachting: Damascus (hotel Afamia)

Damascus
Spatial order in Sinan's külliyes »
Azem palace »
The Great 'Ummayad Mosque of Damascus »


Bacchus tempel (Baalbek)


Tempelornament (Baalbek)

do 1 april: Baalbek in Libanon

De grens
Zo weinig als de Syrische douane wil, zo veel eist de Libanese douane: we moeten zowel voor de heenweg als voor de terugweg een formulier met de voornaam van onze vader en zo invullen. Op de heenweg gaat dat goed, omdat Maan een serie mensen aan het werk zet om de paspoorten over te schrijven. De douane neemt redelijk snel al deze gegevens over, niet alleen in de computer, maar ook in een papieren versie, omdat de computer het niet helemaal doet. Dat is pas schriftelijk en in drievoud.

Maar op de terugweg maakt een douanebeambte stampij: de formulieren die we tijdens de koffie allemaal zorgvuldig hebben zitten invullen vindt hij niet leesbaar. De eerste poging van Maan om ze over te schrijven is ook niet netjes genoeg. Dus die arme Maan heeft het nog allemaal een keer over mogen schrijven, ondertussen continu vermaand over zijn slordigheid en gebrek aan discipline. En dat terwijl we alleen maar het land uit proberen te komen. De bureaucratie staat voor niets.

Het militaire aspect van de grens is veel minder prominent dan het bureaucratische. Er lopen wel allerlei soldaten rond, maar die dragen stempels in plaats van geweren. En niemand maakt ook maar een beetje bezwaar tegen fotografie. Opvallend is trouwens dat je de rang van de militairen kunt aflezen aan hun schoenen: het klootjesvolk draagt soldatenkistjes, de hoger geplaatsten zachte laarsjes en de echte big shots, die ook de grote stempels mogen vasthouden, dragen mooie schoenen.

De Bekaa-valei
De Bekaa-valei in Libanon is een prachtig groene valei tussen twee besneeuwde bergruggen (de Libanon en de Anti-libanon met toppen van zo'n 3000 meter). Daarom heet het Libanon: de Phoeniciers die vanuit de woestijn kwamen zagen de witte sneeuw en noemden het gebied naar leban = yoghurt. Vroeger stonden die bergen vol met ceders van de Libanon. Maar de Ottomanen hebben die allemaal al gekapt, onder andere om hun Hedjaz-trein te laten rijden.

De vallei is vruchtbaar en staat vol landbouw. Erg lieflijk allemaal. Maar hoe verder we rijden, des te duidelijker wordt het dat het hier toch niet zo paradijselijk is: het is Hezbollah-gebied. Aan lantarenpalen duiken vlaggen op met kalligrafie waar een machinegeweer uitgroeit. En posters en schilderingen met vechtlustige mannen. Wegversperringen, mobiele kraaiepoten-constructies, tanks en zwaarbewapende lieden. Hm. Maar verder geen onvertogen woord.

Tempels van Jupiter, Bacchus en Venus in Baalbek
Op naar het tempelcomplex van Baalbek (1e-2e eeuw AD). We zitten nu in Libanon, buiten de jurisdictie van Maan, dus neemt een Libanese gids ons onder zijn hoede. Die moet natuurlijk even wennen aan het feit dat wij alles willen weten en bekijken. Want er valt hier heel wat te zien.

Het eerste dat opvalt aan dat tempelcomplex is de grootte. Alles is enorm. de Jupitertempel beslaat 135 bij 113 meter. De pilaren zijn meer dan 20 meter hoog. De blokken waar het podium van gemaakt is wegen tonnen. De stenen komen uit de groeve om de hoek; daar ligt nog een blok dat volgens het verhaal het grootste handgemaakte stenen blok ter wereld is.

Een hoop van deze oude stenen staan overeind. Nog steeds, of omdat ze weer opgericht zijn door de archeologen. Of omdat ze hergebruikt zijn in de tussentijd. Zo hebben de Arabieren de 'hexagonal court' van de Jupitertempel omgebouwd tot burcht: dichte muren met spleten voor de boogschutters. Andersom zie je op de 'great court' nog de Phoenicische laag onder de Romeinse laag stenen zitten.

De grote binnenplaats van de Jupitertempel is voorzien van een - natuurlijk ook groot - altaar. Met daar tegenover een observatorium waar de notabelen op konden plaatsnemen om iets te zien van wat er gebeurde op het altaar en in de tempel. Naast het altaar staat een bassin voor het wassen van de offerdieren. Het is versierd met reliefs van de geboorte van Venus en zo. Behalve dat die versieringen niet helemaal af zijn. De porticus om de binnenplaats heeft zuilen van van graniet uit Egypte. Bovenlangs een fries met meanders en zo'n beetje manshoge leeuwenkoppen. Dat zie je pas goed aan de stukken die naar beneden gekomen zijn: enorm.

De Bacchustempel is de meest gave van het stel, en daarmee bedoel ik: intact. Het is een somptueuze tempel gebouwd door Antoninus Pius. Flink corintische pilasters. Boven de poort zit een sluitsteen met een adelaar en slangen op de Mercuriusstaf; misschien is het dus toch een Mercuriustempel geweest. De poort is omlijst met allerlei vruchtbaarheidssymbolen (druiven, korenaren). Het cassetteplafond in de porticus heeft reliefs van onder andere Cleopatra met water (= de Nijl = lager egypte) en een slang (= Boven-Egypte = Soedan). Je ziet dat het niet zomaar een koningin is, want ze heeft een adder op haar borst zitten.

Het Venustempeltje kan je alleen uit de verte zien (3e eeuw, Caracalla). Deze tempel is rond en een beetje vreemd geörienteerd. Dit zouden aanwijzingen zijn dat hij (ook) is gewijd aan de Fortuna, de beschermgodin van Baalbek. En die is in de Byzantijnse periode naadloos overgegaan in de heilige Barbara, de beschermheilige van Baalbek. Op hetzelfde terrein zie je ook nog wat resten van een musentempel.

Omawi moskee
Na de lunch nog even langs een omayyaden-moskee. Deze Omawi of Amawi moskee dateert uit de 7e eeuw. De zuilen, met kapitelen en al, zijn hergebruikt uit het tempelcomplex. Het dak is helemaal nieuw, net als het houtwerk van de ramen. En de moskee heeft een eigen website met foto's van de verbouwing. Jammergenoeg zijn de bijbehorende teksten allemaal in het Arabisch.

overnachting: Damascus (hotel Afamia)

Baalbek
Baalbek, where time stood still »
virtual baalbeck »
Baalbeck overzicht »
Mosque Omawi: de website van de moskee »


Orpheus (Shahba museum)


Theater (Bosra)


Decumanus (Bosra)


Thermen (Bosra)

vr 2 april: Shahba, Qanawat, As Sweida en Bosra

Shiitische moskee
onderweg naar het zuiden komen we eerst in de buitenwijken van Damascus langs de Moskee Sayida zeinab. Dat is een belangrijke Shiitische moskee, herkenbaar aan de blauwe tegels op zijn minaret; de soennieten versieren namelijk hun minaretten niet zo. Hij is betaald met Iraans geld, want daar zitten de meeste shiiten. In Damascus zie je dat ook bij de Shiitische Rouqayya moskee. We zijn daar geweest op een Shiitische feestdag en dan is er geen doorkomen aan: drommen volledig gesluierde Iraanse dames in chadors die heel vriendelijk proberen ons er door te laten, maar die de kleine steegjes compleet vullen.

De Hauran en zijn Nabateërs
Hauran is basalt. Dat hebben we ook al gezien aan de beelden uit deze regio. Maar als je er echt bent, dan zie je dat alle steen zo zwart is. In principe is het een vruchtbaar gebied, waar ze graan en peulvruchten verbouwen. Dat kan zonder irrigatie, omdat het hier veel regent. Relatief veel natuurlijk: zo'n 300 mm per jaar en dat is voldoende.

Afgezien van wat activiteit in de bronstijd, waar vondsten van zijn, is deze regio pas belangrijk geworden vanaf de Nabatese periode. De Nabateërs waren Semieten, rivalen van de Hebreeuwen en (later) van de Grieken. Ze begonnen als "piraten" die karavaans beroofden. Later bleek dat het beschermen van karavaans en het heffen van tol meer opbracht. In de 2e eeuw A.D. kwam de regio langzamerhand onder Romeinse heerschappij.


Shahba
Shahba is onder keizer Philippus Arab heel even de hoofdstad van het Romeinse rijk geweest, onder de naam Phillipopolis. Die Philippus kwam hier vandaan en hij was niet te beroerd om daar consequenties aan te verbinden. Zo heeft hij ook geprobeerd om zijn ouders als goden te laten vereren. Dat viel niet zo goed. Maar hij heeft wel in 5 jaar de stad gebouwd.

De hele Hauran-regio, en dus ook Shahba, is zwart van de basalt. Een zwarte decumanus, zwarte tempels. Een zwart nymphaeum, als het toch niet een Kalybè is. Bij herodotus is een καλυβηeen tent. Maar in syrie is het een open heiligdom met nissen; ze komen nergens anders voor.


Shahba museum
De kern van het museum is een serie mozaïeken die de vloer van een villa vormden, in situ (3e eeuw AD).
  • Het huwelijk van Dionysus en Ariadne. Ene Maron bemoeit zich daarmee. Hij is een Apollopriester, maar hij heeft de wijn geleverd waarmee Odysseus de cycloop dronken voerde. Dus hij is toch op zijn plaats op de bruiloft van de wijngod. Herakles staat er ook op, al weten we niet waarom. De voorstelling is omlijst met een prachtige rand wijnranken met putti, beestjes en de vier seizoenen.
  • Thytis omringd door zeebeesten en putti in bootjes. Thytis is de moeder van Thetis en daarmee de oma van Achilles.
  • De drie gratiën en de vier seizoenen. Tussen de seizoenen zitten twee vormen van feestvieren, die wel erg subtiel van elkaar verschillen: Euphrasia (pleasure) en Pannuchis (nachtfeest?)
  • Aphrodite en Ares die naar elkaar lonken. Skopè kijkt er naar (what's in a name). Euprepia (welgevoegdheid?) vindt al dat overspel maar niks
  • Orpheus omringd door dieren die op zijn lierspel zijn afgekomen, zoals een adelaar, een slang, een leeuw, een braaf opzittend hondje, een olifant en een griffioen.
Qanawat
In Qanawat staat een 'serail complex': een stel basilicae, natuurlijk in basalt. Ze hebben wel allerlei mooie versieringen in de keiharde steen weten te beitelen: druiven, bladeren, granaatappels. Van die dingen. Opvallend is dat de porticus eromheen een beetje verspringt.

Een stukje verderop ligt een enorme cisterne. En een stukje lager ligt een Nymphaeum, echt aan de rivier. Nou is een rivier hier niet meer dan een beek, maar het is in het dalletje wel erg groen, en er zaten zelfs piepkleine kikkertjes. Ook aan de rivier ligt een odeion; geeft dat de theaterbezoekers koele rivierlucht? In de plint van de tribune staat een inscriptie.

Het grappige is dat hier in Qanawat eigenlijk allemaal losse monumenten en onderdelen staan, zonder officiële bordjes of wat dan ook. Soms staat het letterlijk gewoon langs de kant van de weg, zoals de spolia verwerkt in het gemeentehuis en de Heliostempel waar een hele serie zuilen fier overeind staat.


Sauweyda
De draagbare stukken uit deze regio zijn verzameld in het musée archeologique van Sauweyda of Soweida. Onder andere een latei van een tempel, reliëfs van Baalshimin tussen de beesten en Jupiter Amin tussen de wijnranken. Prachtige mozaieken van de jaargetijden en Gaia.

Bosra
Het 2e eeuwse Romeinse theater van Bosra is erg imposant. Des te erger omdat het later is gefortificeerd tegen de kruisvaarders. Bovenin zit een klein museumpje. Dat is niet zo spectaculair, afgezien van een leuk mozaiek met kamelen. Het imposante zit 'm vooral in het theater zelf, met zijn toneelmuur. En in de muren met Arabische fort-torens.

En dan heb je de stad. Een beetje Pompeï, maar dan zwart. Zonder vulkaanuitbarsting, maar met veel vrij intacte gebouwen, zoals poortgebouwen en een thermencomplex. De stad is aardig hergebruikt door de volkeren na de Romeinen; we hebben immers al de arabische fortificaties van het theater gezien. Vervolgens blijken in de stad nog steeds bedoeïnen te wonen. En aan de hoofdstraat staat een moskee: de moskee van Omar, gebouwd in een oudere kerk. Dit is een van de oudste moskeeën. Het is min of meer een imitatie van het huis van de profeet, met een binnenplaats. De essentie was namelijk het samen bidden en niet de imposantheid van het gebouw. We bezoeken hem, wanneer hij aan het eind van de middag opengaat en het gebouw is inderdaad niet erg imposant van binnen.


overnachting: Bosra (Bosram Cham Palace)

Hauran
The "kalybe structures" - Temples for the imperial cult in Hauran and Trachon: a historical-architectural analysis »
Shahba »


za 3 april: Sint Joris in Izraa, Dmeir en Palmyra
Sint Joris
In Ezraa zit een grote christelijke gemeenschap, met twee belangrijke kerken. Een daarvan is de Grieks-orthodoxe Sint Joris (ofwel georgis) uit 515 A.D. wanneer we daar aankomen zijn ze net de klok aan het luiden om een mis aan te kondigen. Het plafond is van lange basaltbalken. Dat is namelijk, in tegenstelling tot de meeste steensoorten, sterk genoeg om meters te overspannen. Met marmer en bakstenen en zo moet je met bogen werken om de spanning in goede banen te leiden.

Tot onze verbazing, en ons grote genoegen, worden we uitgenodigd een kijkje te nemen achter de iconostase. De priester is daar bezig om de mis voor te bereiden.


Dmeir
Er staat in Dmeir, min of meer in de buitenwijken van Damascus, een mooi gebouw, waarvan het niet helemaal duidelijk is wat het eigenlijk was. Een waterheiligdom? Het is van Fenicische oorsprong en staat op het kruispunt van een paar karavaanwegen. Dit is de laatste plaats voor de woestijn war je water kan innemen. In de middeleeuwen hebben ze een muur ervoor gezet, zodat de nissen nu dicht zitten. En nu wonen er Bedoeïnen die naar de stad getrokken zijn. Gelukkig weet de man met de sleutel de plaatselijke jeugd een beetje buiten het hek te houden, want ze zijn wel erg rumoerig.

In de woestijn
Midden in de woestijn, tussen Damascus en Palmyra en verderop Bagdad (!) staat Bagdad cafe. Je kan daar thee krijgen en je eigen picknick opeten. Geen wijn, ook niet je eigen meegebrachte wijn. Het is echt in the middle of nowhere, dus ze moeten overal zelf voor zorgen: achter het gebouw staat het aggregaat voor de elektriciteit. De uitbater is een onderwijzer die als 'dienstplicht" een jaar les moest geven aan een Bedoeïnenstam. Dat leven in de woestijn beviel hem wel, en daarom is hij dit cafe begonnen.

wij krijgen overigens wel een vreemd beeld van de woestijn: het regent! Ze hebben deze winter zelfs sneeuw gehad bij Bagdad cafe, en ze hebben daar een ansichtkaart van om dat te bewijzen. De woestijn is nu ook groen. Dat is geen gezichtsbedrog: in deze tijd van het jaar is de woestijn groen. Over een paar weken is het afgelopen met het groen en is alles weer helemaal verdord.


De oase van Palmyra
Palmyra is een oase, dus hier is water. Nu is er helemaal veel water, want het regent. Maar er zijn ook bronnen. We kijken rond bij de plaats waar in ieder geval zwavelhoudende bronnen waren. Nu zijn daar nog de Romeinse waterwerken van te zien. Dit water was bestemd voor de baden.

overnachting: Palmyra (Hotel Zenobia)


Tempel van Baal-Shamin (Palmyra)


Triomfboog (Palmyra)


Theater (Palmyra)


Theater (Palmyra)

zo 4 april: de opgraving van Palmyra in detail
De regen van gisteravond is helemaal verdwenen. We worden verwend met een strak blauwe lucht. Maar warm is anders; er staat een koude wind. Ik ben blij dat ik een winddicht jack bij me heb. Tussen de middag kunnen we wel buiten eten, maar we doen wel ons best om een tafel in de zon los te troggelen.

De tempel van Bel
De tempel is erg spectaculair. Ontzaglijk groot, net als de Zeustempels in Baalbek en de Damascus. Dat is de huisstijl van deze regio. De enorme ommuurde binnenplaats was voor de ontvangst van de voltallige bevolking. De aristocratie kwam naar binnen via de grote toegangspoort, de gewone man door een kleinere poort daarnaast. En de slaven door de toegangstunnel waardoor ook de offerdieren naar binnen geleid werden.

De offerdieren, de letterlijke slachtoffers, liepen door een onderaardse gang naar het altaar. Daar werden ze geslacht. Hun bloed liep via een goot weer naar buiten. Ik weet niet wat voor bloedbaden dat moeten zijn geweest, maar die goot was nogal groot. Bij het altaar was meteen een eetkamer. De Palmyrezen die een bijdrage hadden geleverd aan het offer kregen daar te eten; om te zorgen dat ze naar rato dineerden kregen ze offerdiner-muntjes.

De indeling van de tempel is verrassend asymmetrisch: het altaar met de eetkamer ligt naar links, de cella wat naar rechts en de deur van de cella zit rechts van het midden. Vreemd maar wel verklaarbaar. Omdat bij het altaar een eetkamer zit, steekt het nogal hoog uit. Om niet het zicht op de cella te ontnemen, mag het altaar er niet pal voor staan. De cella is aysmmetrisch, omdat aan de linkerkant de belangrijkste nis met godenbeelden zit en de deur is opgeschoven om de priester voor die nis niet te storen. De cella is overigens in de 5e eeuw omgedoopt tot kerk en in de 14e een tot moskee.

Aan de rechterkant in de cella stonden de draagbare godenbeelden, herkenbaar aan de trap die naar die nis leidt. Ze droegen op hoogtijdagen die godenbeelden over de binnenplaats, zodat iedereen ze kon zien. Net als bij hedendaagse processies waarin Maria of andere heiligenbeelden meegesleept worden. Op een van de dwarsbalken van het afdakje rond de cella staat overigens een reliëf dat een dergelijke processie afbeeldt. Er is weer niets nieuws onder de zon. In dat kader noem ik ook de kledij van de vrouwen die op dat reliëf langs de kant van de weg staan: een soort chadors die ze helemaal bedekken. Daarmee lopen sommige vrouwen nog steeds rond in deze streken.

Die dwarsbalken zijn overigens allemaal prachtig bewerkt, aan de zijkanten en aan de onderkant. Je moet alleen wel op de grond gaan liggen om de onderkant te zien. Karavanen met kamelen, de god Bel in gevecht met een monster, allerlei dieren en planten. Je ziet nog een paar spoortjes verf zitten. Op zich moeten de reliëfs ook wel beschilderd geweest zijn, anders kon je de voorstelling niet zien toen ze nog in situ waren, tientallen meters boven de grond. De pilaren waar ze op rustten zijn namelijk hartstikke hoog.

Alle pilaren om de cella hebben scherpe canelures. Maar bij de onderste 2 meter zijn de gootjes bijna helemaal opgevuld. Maan vertelt ons dat dat bewust gedaan was om te voorkomen dat de voorbijgangers (in dit geval priesters en andere big shots die bij het heilig der heilige mogen komen) hun armen open halen aan de scherpe randjes. Het is in ieder geval duidelijk dat het geen kwestie is van canelures die nog niet 'af' zijn; ze eindigen allemaal op dezelfde hoogte op dezelfde manier in een keurig schulprandje.



De colonnade
De door zuilen omlijstte hoofdstraat van Palmyra is echt 'postcard material'. Maan verklaart dit dan ook tot een 'photo opportunity' en vraagt aan de kamelenhoeder om een groepsfoto van ons te maken bij de ingang van de zuilenstraat.

Het grappige is dat deze triomfboog eigenlijk vooral bedoeld is om te camoufleren dat de hoofdstraat hier een knik maakt. Hij moet vanuit het centrum doorlopen naar de tempel van Bel, maar die ligt er niet recht achter. Dan maar een mooi poortgebouw, dat subtiel met de bocht meegaat, zodat de passant niet in de gaten heeft dat hij de hoek om loopt. De beide façades staan immers loodrecht op de straat. Dat daartussen door een soort harmonica-effect de muren in de buitenbocht veel langer zijn is een andere zaak.

Dezelfde functie heeft het tetrapylon verderop in de straat. Ook hier zit een knik. Maar dat zie je niet echt, omdat je uitzicht benomen wordt door het reusachtige gebouw midden op het kruispunt. In totaal is de straat 1.300 meter. Het grootste deel is ongeplaveid, omdat dat lekkerder loopt voor de kamelen die in groten getale hun vracht kwamen afleveren bij het formum, halverwege de colonnade.

Iedere zuil langs de straat is voorzien van een console waarop het standbeeld stond van een hoogwaardigheidsbekleder. Het stikt van de zuilen, dus de lokale notabelen hoefden zich geen zorgen te maken dat er geen plaats meer was. Sommige zuilen hebben zelfs twee consoles tegenover elkaar: een aan de buitenkant en een in de porticus. Dat zie je met name om de hoek, in de zijstraat naar het ovale plein. Sommige van die dubbelconsoles zijn duidelijk zo gepland en samen met de zuiltrommel uit één stuk gehakt. Andere consoles zijn kennelijk toegevoegd, door een gat in een bestaande zuiltrommel te hakken en daar een stuk steen in te hangen.

Rechts aan de straat een badhuis, met een duidelijk herkenbare natatio en een bibliotheek. De porticus is voor het badhuis een stukje opgehoogd, zodat je meteen ziet waar je moet zijn. Een stukje links van de straat ligt het theater. De tribunes zijn overigens flink gerestaureerd. Het proscenium is wel fraai. Het leukste is de akoustiek: bij het muurtje voor onder onderste banken kan je aan de ene kant horen wat er aan de andere kant gefluisterd wordt.

De tempel van Baalshamin
De tempel van Baalshamin ligt ongeveer op de drempel van Hotel Zenobia. Deze prachtige tempel is goed bewaard gebleven omdat hij gebruikt is als kerk. Nu hebben ze hem weer in zijn oude staat teruggebracht.

Handel
palmyra was een belangrijke handelsstad. Een van de overblijfselen van het roemruchte handelsbestaan van de stad is de tariefwet, die nu in de hermitage in sint petersburg ligt (137 AD). Daarop staat precies uitgeschreven wat de belastingtarieven waren voor alles dat maar langs kwam, per nacht, per product. En dan hadden ze ook nog een soort knipkaart voor vaste klanten. Deze tarieven zijn in steen gebeiteld en zijn dus niet veranderd tot laat in de 3e eeuw.

onderschat de omzet niet Per jaar kwamen zo'n 10.000 dieren in caravanen naar Palmyra. Met per dier 200 tot 400 kg lading, waaronder veel luxe-artikelen. De ingang naar de markt heeft mooie grote poorten, zodat kamelen met volle bepakking er ook onderdoor konden. Naast deze 'schepen van de woestijn' had de stad ook eigen schepen, als ware het een havenstad. Palmyra ligt weliswaar midden in de woestijn, maar er zitten geen onoverkomelijke bergruggen tussen de stad en de zee.

Graven in de lucht en onder de grond
Een stukje buiten het centrum van de oude stad bevinden zich allerlei verzamelgraven: graftorens en grafkelders. Waarschijnlijk zitten er nog talloze hypogea onder de grond. Een paar jaar geleden zijn ze bijvoorbeeld op een graf gestoten toen ze een oliepijpleiding aanlegden; die is opgegraven door een Japans team.

De graftoren van de familie Elah Bel (hoe je dat ook spelt; 103 AD) is een prachtig voorbeeld van een 'grafflatgebouw': 4 verdiepingen met in ieder muur 'lades' waar iemand in begraven kan worden. Je legt de volgende waarschijnlijk gewoon op de deksel van de vorige, en dan hoef je alleen maar een bovendeksel en een voorkantje toe te voegen om een soort 'lade-sacrofaag' te krijgen.

Die voorkant is versierd met een portret van de overledene, uitgehakt in limestone. We hebben prachtige exemplaren daarvan gezien in het museum in Damascus. Het gezicht is in principe een levensecht portret, maar de rest van de buste is standaard. Je kon kiezen uit een aantal poses, zoals je hand bevallig bij je sluier. En je kon kiezen uit een aantal attributen. Een spintol bijvoorbeeld, om aan te geven dat je een werkende vrouw was. In ieder geval was het zaak om met zo veel mogelijk juwelen vereeuwigd te worden, als we mogen afgaan op de resultaten tenminste.

Oorspronkelijk was deze toren voor de familie Elah Bel, die de Nabu (=nebo) tempel gesponsord heeft. Maar in een latere tijd hebben ze ook plaatsen verkocht aan andere families. Je kan helemaal omhoog klimmen, om vanaf het dak kunt genieten van het uitzicht. Als je er tenminste niet meteen vanaf waait, want ze doen hier natuurlijk niet aan veilige hekjes of wat dan ook. De trappen zijn aardig donker, dus we zijn erg blij met de cameraman achter ons, die ons bijlicht met de autofocus-lampen op zijn camera.

De stichter van het graf is uitgebeeld in een 3-d beeldengroep. We hebben een aantal beeldengroepen gezien van twee broers, met ieder een kind en in totaal een vrouw. Een beetje curieuze gezinssamenstelling. Bij wie die vrouw nou hoort is niet helemaal duidelijk. Sommige mannen dragen een hoed. Dat zijn priesters, of misschien gewoon erg vrome mannen.

Het hypogeum van de drie broers is hetzelfde soort grafkamer, maar dan onder de grond in plaats van in een toren (146 AD). Volgens Maan heeft dat geen speciale diepere betekenis; het was gewoon een kwestie van mode of je onder of boven de grond begroef. In dit hypogeum bevat de hoofdscene een figuur met een aureool en een figuur in het zwart. Misschien is dat achilles bij de koning van Skyros. We hebben ook het hypogeum van Artaban bezocht (2e helft 3e eeuw AD).

Photo ops en ander toerisme
De entree van de zuilenstraat staat op alle ansichtkaarten en folders. Dit is een bona fide toeristische trekpleister. Inderdaad, hier staan kamelen en vooral hun hoeders naar de toeristen te lonken. Zodra ze ergens een clustertje toeristen zien, sprinten ze daar op af met hun kamelen, juwelen, sjaals en ansichtkaarten. We kopen toch maar een setje kaarten van zo'n jongeman, omdat we het toch wel erg sneu vinden: de verkopers staan er allemaal wel, maar er zijn bijna geen toeristen. Hij vertelt dat hij in het leger zit en dat hij ons zeeeeer dankbaar is dat we hem wat omzet bezorgen.

Volgens Maan is het toerisme sinds 11 september 2001 (911) totaal ingestort. Ik geloof dat de omzet is teruggevallen tot een derde. En dat terwijl het land en de regering net bezig waren het toerisme te ontwikkelen. Veel collega-gidsen hebben een andere baan gezocht, Zo ook de gids die onze groep de vorige keer heeft begeleid en die Jan geprobeerd heeft zelf te benaderen. Dat is een vriend van Maan, die als geoloog inmiddels ergens in de golfstaten naar olie zit te boren. De paar gidsen die wel het hoofd boven water hebben weten te houden zouden nu wel voldoen de werk moeten hebben, nu het toerisme weer een klein beetje begint aan te trekken.

De eerste week zien we bijna geen andere westerse toeristen. Zelfs in de soek van Damascus zijn we de zo'n enige westerlingen. We zien wel wat groepen Iraanse toeristen, herkenbaar aan hun chadors, die voor de Shiitische heilige plaatsen komen. Maar die brengen natuurlijk niet de juiste soorten en hoeveelheden vreemde valuta in het laatje. In het hotel in Bosra zijn wij de enige gasten. In Deir-Ez-Zor zien we tot onze blijdschap nog iemand anders, nou nou. In de musea en op de opgravingen is het natuurlijk wel erg fijn dat je niet hoeft te ellebogen om alles goed te zien. Maar voor de inwoners die afhankelijk zijn van het toerisme is het een drama.

Tegen het eind van de trip wordt het wel druk: het loopt tegen de paasvakantie, die iedereen wereldwijd wel zo'n beetje heeft. En het is lente en daarmee nog groen. Topseizoen dus. Iedereen die hier komt, doet dat op dit moment. En we zijn weer in het westen van het land belandt, alwaar zich de meeste highlights bevinden. De hotels in Idleb en Hama stikken ineens van de groepen, en ook ons starthotel Afamia in Damascus is ineens volgeboekt. Kortom, er is nog hoop voor de Syrische toeristenindustrie.

Bedoeïnen
De bevolking van Palmyra bestaat uit bedoeïnen. De stad heeft nu evenveel inwoners als in de Romeinse tijd: 25.000. Veel bedoeïnen hebben zich gesettled in dorpen en steden aan de rand van de woestijn; Dmeir was ook zo'n bedoeïnen-dorp. Maar er trekken nog altijd bedoeïen door de woestijn, vooral wanneer de schapen daar kunnen grazen, zoals nu. De bedoeïnen hebben grote wollen tenten. De relatief kleine linnen tenten die we zien zijn van zigeuners.

Toepassing van de woestijn
De woestijn is eigendom van de staat. Die laat de bedoeïnen er hun schapen op hoeden. En die geeft olieconcessies uit voor boringen in de woestijn. Maar ze hebben nog iets bedacht voor al die lege ruimte: olijfgaarden. De overheid verhuurt stukken grond aan de rand van de woestijn, met name aan bedoeïnen. Die planten olijfbomen en zorgen ervoor dat die de eerste 10 jaar water krijgen. Daarna moeten de bomen zichzelf kunnen bedruipen.

Kamelen
Onderweg komen we een enorme kudde kamelen tegen: wel een paar honderd kamelen die staan te grazen in de groene woestijn. Jonkies, witte kamelen, standaard kamelen, het hele scala. Ze worden bewaakt door twee jonge bedoeïnen. De ene is even in de bus hallo komen zeggen. Hij heette, in vertaling, adelaar; een goed bedoeïnische naam naar een dier in de woestijn. Volgens Maan zijn deze kamelen statussymbolen van de hoofdmannen van een paar bedoeïnen families. Misschien kunnen ze er bruiden mee lostroggelen. Verder doen ze niets met die beesten. Sommige mensen sparen old timers, deze lieden sparen kamelen. En het voordeel van kamelen is dat ze vanzelf zorgen voor nieuwe kameeltjes.

Deze kamelen doen weliswaar niets anders dan een beetje eten, maar ik vind ze wel veel "echter" dan de mottige exemplaren die totaal misplaatst rondhingen bij toeristische attracties midden in vruchtbare gebieden, zoals Baalbek en Hama.

Schapen
Overal buiten de steden lopen kuddes oudtestamentische schapen: van kleine kuddetjes onder leiding van een piepjong leerling-schapenhoedertje tot kuddes met tientallen zo niet honderden beesten. Schapen en geiten, waaronder vetstaart schapen. Altijd is er ergens een bedoeïne hoeder in zicht, die al dan niet vergezeld door een hond en een ezeltje met zijn proviand de beesten in de gaten houdt. Maar dit zijn wel zelfstandige schapen die zelf netjes achter het leid-schaap aan sukkelen.

Olie
De laatste tijd wordt hier in de woestijn naar olie geboord. We zien op de horizon ook wel een paar van die affakkel-pluimpjes. Dat is een nieuwe ontwikkeling die toch mooi meegenomen is voor de Syrische economie. Ze adverteren ook flink op billboards met een olie-conferentie Syroil over de spullen en methoden die je kunt gebruiken om die olie uit de grond te krijgen. Maan vertelt dat er twee chique hotels zijn geopend in Deir-Ez-Zor, speciaal voor de oliemensen die daar hun hoofdkwartieren hebben gevestigd.

Als we het moeten afmeten aan het hotelbezoek gebeurt er echter niet zo veel in de olie: in ons 5-sterrenhotel logeerde anderhalve kip en een paardenkop. Het is ook niet zo indrukwekkend veel wat er geboord wordt; in geloof dat het om zo'n 80.000 vaten gaat. En het effect op de economie is teleurstellend, onder andere omdat een groot deel opgaat aan interne consumptie.

Politiek: Assad op straat
Maan vertelt in de bus niet alleen over oude stenen en graanvelden, maar ook over de maatschappelijke en politieke toestand in het land. En hij neemt daarbij absoluut geen blad voor de mond. Hij ventileert ongegeneerde kritiek op zijn regering, de religieuze groeperingen, het leger en wie hebben we allemaal nog meer.

Je ziet op straat wel dat het land eigenlijk een dictatuur is: overal hangen portretten van president Assad, vader en zoon. Statieportretten als foto's, schilderijen en zelfs in mozaïek in de musea, als moderne voortzetting van de klassieke mozaiekstijl. En contextportretten van een Assad bij bijvoorbeeld een brug of een olieveld of een landbouwproject. Daarbij hangen vlaggen van het land en van de Ba'ath-partij van de Assads (allebei in wit/rood/groen/zwart, respectievelijk met sterren en met een Palestijns ogende driehoek in de hoek).

Curieus zijn ook de gedenktekens die je overal ziet voor de andere zoon van Assad senior. Alsof de man heilig is verklaard. Hij is als piloot verongelukt. Zijn portret, met piloten-zonnebril, zie je ook overal, al dan niet met een heroïsch standbeeld of een oud vliegtuig dat ter nagedachtenis langs de kant van de straat is gezet.

Het land kent wel iets als een parlement, maar volgens Maan werkt dat absoluut niet democratisch: je hebt een heleboel campagnegeld nodig om verkozen te worden, dus de kamer zit vol met rijke families. En die behartigen alleen hun eigen belangen. Dit mocht hij best zeggen, zo verzekerde Maan ons, omdat iedereen het toch al weet. Ok dan... Hij denkt dat de jonge Assad probeert hier iets aan te doen, maar dat hij eerst voorzichtig om al die gevestigde belangen heen moet manoeuvreren.

Met het leger gaat het net als met het parlement. Wanneer we een kapotte jeep tegen komen vindt Maan dat typerend voor het Syrische leger. De soldaten krijgen kapotte jeeps. Maar de generaals rijden in duren Mercedessen. Waarom? Omdat ze dan des te sneller kunnen vluchten… Maan moppert dat een te groot deel van het bruto nationaal product aan defensie uitgegeven wordt. Dat beetje verse inkomsten uit de nieuwe olie-industrie kan daar niet tegenop.

De bloedgroepen
Het hardste fulmineert Maan tegen het 'sekte-denken' dat de bevolking volgens hem aanhangt: eerst zorg je voor je familie, dan voor je religieuze groep. Een soort scheiding in bloedgroepen. Je bent ook geen Syriër, maar een Syrische sunniet, of een Libanese Maroniet. Zijn droombeeld is de mensen door een betere educatie meer gaan denken aan het belang van het land of nog grotere eenheden en dat alles dan goed komt. Ik help het hem hopen; ik geloof in ieder geval graag dat het niet lukt om het land adequaat op te stoten in de vaart der volkeren als iedereen alleen maar aan zijn eigen groepje denkt.

Dit hele 'sekte-denken' is zelfs ingebakken in de grondwet. Daarin staat precies beschreven uit welke groepering de verschillende regeringsfunctionarissen moeten komen; de president moet een sunniet zijn, omdat dat de grootste bevolkingsgroep is, de premier bijvoorbeeld een shiiet en de voorzitter van het parlement een maroniet. De Assads zijn alleen geen Sunnieten, maar Aloieten, een subsoort van de Shiieten. Dat levert dan ook wat gemor op, maar de andere minderheidsgroeperingen steunen ze juist wel. In Libanon hebben ze eenzelfde wet. Daar moet de president een Maroniet zijn, omdat dat de meerderheid was. Maar sinds de burgeroorlog heeft een groot deel van de christenen het land verlaten, dus komt de president eigenlijk verplicht uit een minderheidsgroepering.

Aan de andere kant zijn politieke partijen op religieuze grondslag juist verboden in Syrië. Het gaat dus meer om stammen dan om geloven. Ze proberen kerk en staat strikt gescheiden te houden. Net als in Turkije, waar Ataturk de scheiding tussen kerk en staat heeft ingevoerd.

Moderne techniek op straat
Iedereen loopt met een mobiele telefoon. Maan en de chauffeur hebben er ook een, met Arabische ring tones! En in de steden zitten overal internet-cafés. Dit schijnen verworvenheden te zijn van de laatste paar jaar.

overnachting: Deir-Ez-Zor (Hotel Fourat Cham)

Palmyra
Syriatourism beschrijving
Syria Gate beschrijving
Dieux et cultes a Palmyre

Stadspoort van Doura Europos


Fresco uit de synagoge: Aaron bij zijn
synagoge, Abraham (Douras Europos, tentoongesteld in Damascus)



Fresco uit de synagoge: ark des
verbonds, vernieting van de tempel
(Douras Europos)


ma 5 april: Doura Europos, Mari en het museum van Deir-Ez-Zor

De Eufraat
We naderen Mesopotamie, the 'cradle of civilisation'. Wanneer je aan de oever van de Eufraat staat, dan weet je dat je daar wel bent aangekomen. Het Cham hotel van Deir-Ez-Zor ligt aan de Eufraat. We steken de rivier over via een Franse hangbrug uit 1929, de tijd dat dit hun mandaatgebied was. En we volgen de Eufraat tot aan Mari.

Je ziet wel dat dit gebied deel uitmaakt van de vruchtbare halve maan. Overal water en overal veldjes waar iets verbouwd wordt. Maar we zien ook nogal wit uitgeslagen stukken land. Dat is zout dat is aangekoekt door de bevloeiing. Overigens zit er minder water in de rivier dan syrie zou willen. De rivier ontspringt in Turkije. Dan stroomt hij 625km door Syrie om uiteindelijk in de Perzische golf te belanden. Syrie heeft een verdrag met Turkije, dat ze 800m3/s moet doorlaten, maar het is slechts 500 m3/s. De rest vangen af achter stuwdammen en gebruiken ze zelf.

Doura Europos
Doura Europos was een Seleucidisch/Hellenistische stad. Nu is het een enorme opgraving, waar niemand is behalve ons gezelschap en een eenzame archeologe. De ruïnes zijn hier trouwens aardig ruïneus; er staan veel minder duidelijke gebouwen overeind dan in bijvoorbeeld Palmyra.

De stad is omgeven door een zware muur van gypsum (oftewel: gips in zijn natuurlijke staat). Aan de buitenkant is die overdekt met woestijnzand. Dat begrijpen we wel, want het waait als een gek en de woestijn is vlakbij. Aan de binnenkant blijkt dat de muur dubbel is en dat er uitgebreide poortgebouwen met wachtlokalen in opgenomen zijn.

Plaatselijk ligt er ook aan de binnenkant zand tegen de muur. Maar dat is zand dat de Romeinen daar hebben neergelegd om de muur te versterken tegen de aanvallen van de Parthen in de 2e/3e eeuw AD. En niet zo ver van de westpoort is ineens een stuk muur ingezakt. ook dat is authentiek en geen kwestie van de tand des tijds. De vijand probeerde de muren te ondermijnen. Maar de muur was te zwaar voor de tunnels.

De agora is te herkennen. De cella van de artemistempel ziet er goed uit; de objecten die ze er gevonden hebben liggen in het Louvre (Artemis = Naminia). Bij deze tempel hoort ook een goed bewaard odeion.

De stad ligt pal aan de Eufraat. De seleuciden hebben een citadel gebouwd waarmee ze het verkeer op de rivier konden beheersen. Dat is de "oude" citadel. Daarnaast is Trajanus een "nieuwe" citadel begonnen, maar die is nooit voltooid.

In de buurt van de muur staat de tempel van de Palmyreense goden. Van de tempel zelf is best nog wat te zien. Maar we kunnen ons hierbij vooral iets voorstellen omdat we in Damascus het fresco hebben gezien dat hier gevonden is. Jammergenoeg waren ze dat aan het restaureren. Gelukkig zien we een paar uur later een replica in het museum van Deir-ez-Zor. De synagoge is niet meer dan een locatie, half verdwenen onder een defensieve zandhelling. Maar we hebben de fresco's gezien in Damascus. Alles uit het Mithraeum ligt in Yale, iets minder in de buurt.

Mari
Mari's glorietijd was 2900-1760 voor Christus. In 1760 BC is de stad verwoest door Hammurabi. Alles is gebouwd van 'mud brick', oftewel tiggels: gedroogde maar ongebakken modder. Niet echt houdbaar, dus het is een wonder dat er uberhaupt nog iets van te zien is na 5000 jaar. Maar het gaat wel erg hard achteruit zodra het is opgegraven. Vooral omdat de opgraving in eerste instantie helemaal niet beschermd werd tegen de elementen. En nog steeds is er niet veel meer dan een afdakje boven het oude paleis. Zo schijnt er bij de ingang een een ziggurat te liggen, en de tempel van Ninni-Zaza (2600-2400 BC). Dat hebben ze kunnen constateren vlak na de opgraving. Maar 80 jaar later is het alleen een hobbel in het landschap.

Het oude paleis is van het 3e millenium. Het "nieuwe" paleis van Zimri-Lin uit het 2e millennium is daar bovenop gebouwd. Ze hebben dus dwars door dat nieuwe paleis heen moeten graven toen ze het oude paleis wilden opgraven. Maar het is wel degelijk de moeite waarom om tot in het 3e millennium BC af te dalen.

Het oude paleis is een doolhof van hoge, dikke mud brick muren. Er zijn ook fresco's gevonden, maar die hangen in het Louvre. Omdat het nieuwe paleis daar vlak boven gebouwd is, kwam het nieuwe ondergrondse watersystemen met de cisternen midden in het oude paleis terecht. Die cisterne is overigens prachtig baksteen, waterdicht gemaakt met bitumen (2e millenium BC).

Museum Deir-Ez-Zor
Het archeologisch museum is niet zo groot, maar wel erg mooi. En eigenlijk al dicht wanneer wij aankomen. Gelukkig blijven ze speciaal voor ons open. Het verhaal begint in de steentijd en loopt door tot in de islamitische tijd. Maar tegen de tijd dat we daar aan toe zijn laten we de suppoosten maar naar huis.

De tentoonstelling zit leuk in elkaar. Zo is de steentijd tentoongesteld in een soort reconstructie mud brick paleis. Ze proberen alles ook goed uit te leggen: bordjes in het Engels, een stamboom van taalsoorten en een reconstructie van de tempel van de Palmyreense goden in Doura Europos.
  • In de steentijd-hoek zien we maalstenen in de vorm van konijnen en egels. Waarom zie je eigenlijk zoveel egels in echt oude afbeeldingen?
  • Een hele serie moedergodinnen. De moedergodin van Tell Bouqras is neolithisch (6e/5e millennium BC).
  • Een gouden hanger uit Tel Brak (3e millenium) met twee leeuwen die prachtig symmetrisch zij aan zij ons aankijken.
  • Zo'n goud met blauwe 'leeuw-koppige adelaar' uit Mari (3e millenium), die we ook in Damascus hebben gezien.
  • Een stenen stiertje met een mensenhoofd uit Mari (3e millenium). Zijn ogen zijn zwart aangezet met bitumen. En hij draagt dezelfde baard en glimlach als die oranten met hun schapenvellen-rokken.
  • Ook erg mooi is de godin uit Mari, die zo'n zware ketting om haar hals heeft dat er een contragewicht op haar rug moet hangen.
  • Hier ligt een replica van het hoofd van Shahkanaklu van Mari. Het hoofd hebben we gezien in Berlijn en het lijf in Istanbul. Dit is overigens niet de eerste keer dat dit beeld uit Mari naar het buitenland gesleept wordt: de Babyloniers hebben het ook al meegenomen als buit, nadat zij Mari hadden veroverd in 1760 BC.
  • In een apart kamertje ligt een aardige collectie kleitabletten en erg leuke kleine beeldjes. Zo zie je daarop dat je in Mari bier moest drinken met een rietje. Daarmee omzeilde je namelijk het kaf dat op het bier boven kwam drijven.
  • En mooi in het daglicht een rij stele's uit de 9e eeuw BC, Tell Ajaja, met bijvoorbeeld een god (herkenbaar aan de 'horentjes') met een lam en een bloementak in de hand.
overnachting: Deir-Ez-Zor (Hotel Fourat Cham)

Doura Europos
The Dura-Europos Synagogue »

Mari
Mari, les débuts de la civilisation urbaine en Syrie »
Mesopotamian art and culture »
Mari plattegronden »
Zimri lin in Mari »
Democracies ancient ancestors, Mari and early collective governance  »
Protective structures for the conservation and presentation of archaeological sites »
Ziggurat »
Ancient Babylonia - the Ziggurat »


Halabye


Poort (Ar Rafaseh)


Basilica van Sergius? (Ar Rafaseh)

di 6 april: Halabiyeh, Ar Rafaseh, Emar

Halebiye
Halebiye, ook wel bekend als Zenobia, was een nederzetting van Palmyra. Dat moet ook wel, als het vernoemd is naar een Palmyrese koningin. In de 3e eeuw AD beheerste het de Eufraat. Een erg nuttige vooruitgeschoven post. Later werd het Byzantijns, onder Justinianus. Het heeft de vorm van een driehoek die tegen de heuvel is gelegd; in de punt staat het pretorium op de top van de heuvel. Eromheen staan de serieuze muren nog overeind.

Rafasa (Sergiopolis)
Rafasa, het oude Sergiopolis, is weer een flinke opgraving. Hij is omringd door een muur van Justinianus, met ronde torens. Die zie je hier niet vaak. Buiten de muren ligt het pretorium, of het paleis van de Ghassaniden (laat 6e eeuw AD). Overal op de grond liggen kleine blauwe en groene tegelscherfjes, zomaar in het wild. Dat is nog eens gemakkelijk opgraven! Ze zijn hier trouwens een tent aan het opzetten, omdat ze hoog bezoek verwachten en dat kunnen ze natuurlijk niet in de open lucht ontvangen.

De noordpoort is prachtig versierd. Onder andere met Malthezer kruisjes en acanthusbladeren die ze mooi om de hoek gevouwen hebben in de deurpost. De steensoort is gypsum, dat vreselijk glimt in de zon. Vlak bij de noordpoort ligt een kerk uit 520 AD. Dit is de laatste kerk die in Rafasa is gebouwd. Hij heeft de vorm van een tetraconque, met een koepel op de pijlers. In de natuurstenen muur hebben ze ook baksteen verwerkt, om de muren lichter te maken. De zuilen zijn van kalksteen uit Palmyra. Hier zijn uiteindelijk de relieken van Sergius en Bacchus terecht gekomen.

De experts weten niet zoveel over de gebouwen hier. Je hebt hier daarom de basicila's A en B; geen idee aan wie ze gewijd waren. Basilica B is uit het eind 4e eeuw en is later uitgebouwd om de grote hoeveelheden pelgrims te herbergen die op de relieken van Sergius en Bacchus afkwamen. In deze basilica zit onder andere een mooi arcosolium. En als je over wat muurtjes balanceert zie je ook een prachtig relief van een kruis.

Van de grote basilica weten ze wel dat hij gewijd is aan de heilige Sergius. Dat staat namelijk op de capitelen van de zuilen in de basicila; Sergius ΠΩΡΕΠICKOΥ, een "landbisschop" met minder bevoegdheden dan een reguliere bisschop. De hoofdingang en verscheidene bogen zijn opgevuld, onder andere met baksteen, en er zijn steunberen tegenaan gezet. Dat is weer niet de tand des tijds, maar een aardbeving 5 jaar na de oorspronkelijke opleverdatum. Ze waren bang dat hij daarna zou instorten.

Minaret van Maskene
Over een hobbelende onverharde weg rijden we naar het Minaret van Maskene of Meskene. Deze minaret is verplaatst toen ze het stuwmeer vol lieten lopen. Hij is van baksteen, het "eigenlijke" bouwmateriaal van het rivierklei-land Mesopotamie. Er groeien hier trouwens allerlei leuke bloemen, zoals irisjes, campanula, vogelmelk, koekoeksbloem en adonis. In dat stuwmeer liggen waarschijnlijk zo'n 100 verdronken archeologische sites. Te veel oudheid en te weinig opgravingscapaciteit...

Emar
De minaret hebben ze neergezet op de site van Emar of Imar (3e millennium). Een stad die genoemd wordt in het archief van Ebla en dus serieus meetelde. Wat vooral opvalt is het watersysteem in het paleis uit het 2e millennium en een Byzantijnse sarcofaag. In die sarcofaag zitten gaten. Via die gaten konden ze de olie langs de botten van de betreffende heilige te laten stromen en zo heilige olie maken. Emar is dezelfde stad als Barbarlissos, de stad waar de helige Bacchus is gedood.

Hotel 1001 nacht
Het hotel Mandaloun in Aleppo is erg mooi: een oud huis rond een binnenplaats, die ze nu hebben overdekt. We hebben een kamer aan de binnenplaats, met overal tegels, zware houten deuren en luiken. Op de binnenplaats klatert een fontein en in de hoek zit een glazen lift. Het restaurant op de bovenste etage serveert ook erg lekker eten en, als toetje, een waterpijp voor Maan en mij.

overnachting: Aleppo (Hotel Mandaloun)

Emar
Opgraving Tübingen »


De kerk van Sint Simeon

wo 7 april: Cyrrhus, Sint Simeon, Breij

Cyrrhus
We rijden naar het noorden, Koerdisch gebied in. Maan heeft nagevraagd of dat problemen zou kunnen leveren en de kust is veilig. Vanuit de bus zien we de bergen in Turkije liggen. Er wonen in dit gebied ook Turkmenen (=Seldjoeken) en Turken. Men spreekt hier naast Arabisch dus ook Turks.

Het duurt even voordat we de eerste opgraving bereikt hebben, want de wegen zijn slecht in dit gebied en noch Maan noch de chauffeur kent de weg. Maar het gebied is prachtig, dus we hebben genoeg te zien. We geven een lift aan een Koerische vrouw die van haar olijfgaard naar huis loopt, een heel eind lopen. Ze vertelt ons meteen hoe we moesten rijden.

Cyrrhus is in 300 BC gesticht door de Seleuciden. In de Byzantijnse tijd heette het Hagiopolis. In de 12e eeuw is het opgenomen in de comté van Edessa. In dat kader is het in 1150 ingenomen door Nour-ed-din. Maar het was toen al verlaten na een aardbeving.

Het best bewaard en het dichtst bij de weg is het theater. Basalt, net als in Ain Dara. We vinden inscripties op sommige tribunes. En schapen en geiten die bovenop iedere hoge steen willen staan. We zoeken een tijdje naar het pretorium, maar het is niet duidelijk of we de juiste hoop stenen zo genoemd hebben.

Even voor de stad ligt een Romeins mausoleum bij een moslim heiligdom. Daar zijn een paar mannen in de weer met een offerkip. Waarschijnlijk willen ze dat hun nieuwe auto of zo iets wordt gezegend.

En vlak na de stad ligt een stel Romeinse bruggen. Onze bus kan en gaat er overheen. Maar wij zijn allemaal eerst uitgestapt, want hij had maar een paar centimeter over aan iedere kant en de brug had geen leuningen. De chauffeur heeft kennelijk goede beheersing over zijn bus en stalen zenuwen.

Sint Simeon
Debbie en ik brengen met Maan Even een snel bezoek aan het klooster van S. Simeon, want dat is het grootste en mooiste van de verlaten kloosters en kerken in deze buurt. Het grootste deel van de groep is daar al geweest en gaat iets specialistischers doen in het 'dorp' van Sint Simeon.

Het klooster op de berg is inderdaad een toeristische trekpleister, waar het vol loopt met schoolkinderen op schoolreisje. En wij zijn als westerse vrouwen een veel interessantere attractie voor de schoolmeisjes dan die oude stenen. Ze spreken ons meteen aan met drie woorden Engels die ze kennen. En ze maken graag gebruik van Maan als tolk om honderd uit te kletsen. Het feit dat hij een vreemde man is maakt kennelijk absoluut niet uit. Ook niet voor leerlingen van een meisjesschool, die geacht worden traditioneler te zijn dan de leerlingen van gemengde scholen. We gaan met iedereen op de foto, lachen iedereen vriendelijk toe en vertellen hoe we heten en hoe mooi we hun land vinden.

Breij
De zon begint al weg te zakken wanneer we aankwamen in Breij. Maar dat geeft een mooie gloed op het oude klooster uit de 6e eeuw. Zo langs als het duurt. Het klooster is een ruïne, maar wel eentje van meerdere verdiepingen. En met wat opvallende features, zoals een latrine die op de 1e etage uit de muur steekt, en mooie decoratieve details.

Het klooster ligt op een heuvel. Een aantal kamers is daar half ingebouwd. We kunnen lekker rondklauteren over de dakbalken om in de ruimtes te kijken. Maar de grond is hier helemaal geërodeerd en naar het dal gespoeld.

overnachting: Aleppo (Hotel Mandaloun)


Sirgilla


Pyramidegraf (Bauda)


Mausoleum in Bara


Intereur van een mausoleum (Bara)

do 8 april: Ma'arat al Nu'man, en de ghost villages Sirgilla, Bauda, Al Bara

Aleppo
Het programma geeft ons weinig gelegenheid om de stad Aleppo te zien. We ontsnappen dus na het ontbijt even om een ommetje te wandelen. We hebben alleen geen goede kaart van de buurt, dus dat is even opletten. Een agent en diverse burgers spreken ons aan om ons de weg te wijzen wanneer we erg zoekend rondkijken. Erg aardig, maar het is niet eenvoudig om een agent te begrijpen die alleen Arabisch spreekt. We ontdekken zo in ieder geval ontdekt dat ze niet naar links wijzen als ze willen aangeven dat je linksaf moet, maar dat ze dan met hun rechterhand op hun linker onderarm kloppen.

In de straten hangen veel uithangborden, bijvoorbeeld met de afbeelding van een grote kies met verder alleen Arabische letters. Dat zal wel een tandarts zijn. Het stratenplan is veel planmatiger opgebouwd dan in Damascus. Dat is een overblijfsel uit de Franse tijd.


Archeologisch museum
Het archeologisch museum van Aleppo heeft ook een beeldentuin vol basalten uit de Hauran. Voor de ingang staat een stel replica's van enorme basalten beelden van lieden op beesten, afkomstig van de neohettitische tempel van Tell Halaf (1e millennium). De originelen stonden in Berlijn, maar die zijn in de oorlog vernietigd. Gelukkig hebben we deze kopieën nog. Ze hebben ook een orginele "sfinx" van de scorpion gate 9e eeuw BC. In het museum hebben we ons geconcentreerd op de highlights:
  • Het skelet van een Neanderthal baby uit de Dederiyeh Cave (midden paleolithicum).
  • De moedergodin van Tell al Mureybit (neolithicum 9000 BC). En dan een setje moedergodinnen van Tell Kashkashok I, toen ze het pottenbakkerswiel al hadden uitgevonden.
  • Potten uit Ubaid (5e/4e millennium), waaronder een grote, zeer versierde dolia die in grote ovens werden gebakken, gestookt met hout met bitumen.
  • De zaal van de opgraving van Max Mallowan ("mr. Agatha Christie")
  • De ogentempel (3e millennium), waarschijnlijk amuletten tegen het boze oog. Die gebruiken ze nog steeds.
  • Een wandschildering uit het paleis van Zimri-Lin in Mari (2e millennium).
  • Een rolzegel uit Mari, Idi-Ilum (3e millennium).
  • Een koe met kalf in ivoor uit Egypte, afkomstig van het bed van de koning (Arslan Tash, het oude Hadatu, 8e eeuw BC). We hebben overigens een serie soortgelijke ivoortjes gezien in het Louvre.
  • De Romeinse en Byzantijnse afdeling op de bovenverdieping, met bijvoorbeeld een mooie maar hoofdloze Parthische krijger (1e eeuw AD).
Maaret an Numan
In een Ottomaanse caravanserail uit de 17e eeuw is een mozaïekmuseum gemaakt. Ze hebben wat aardewerk, zoals een serie 'Brett figuren' uit 2000 BC, maar de kern zijn de fantastische mozaïeken. Tekstuele mozaïeken (uit Deir Seman, 4e eeuw), geometrische (Tell Aar, 4e eeuw) en figuratieve, zoals:
  • Een paradijselijke scene met vogeltjes, wijnranken en konijnen die de druiven stiekum uit hun mand eten (Ferkye, 510);
  • Een rund-achtige die we hebben geïdentificeerd als een zeboe (Um Hartin, 4e eeuw);
  • Gemengde wilde dieren, zoals leeuwen, panters en een feniks (Al Hawwat farm, Mhardeh 567 AD);
  • Romulus en Remus en de wolf, en dat naast een scene waarin een leeuw een hert verscheurt. Er wordt sowieso vrij veel gejaagd en verscheurd, maar vooral tussen roofdieren en hun prooi;
  • Hercules die de slangen fijn knijpt en Oceanus;
  • En op de binnenplaats een mozaiek van Assad!
Sirgilla
Sirgilla of Sergilla of Serjella. De transcripties naar onze letters zweven altijd wat. Dat maakt het wel lastig om een plaatsnaam terug te vinden op de kaart of op internet. Maar ik ben natuurlijk allang blij dat ze deze namen vertalen naar een voor mij leesbaar schrift.

In dit spookdorp wonen nu toch een paar bedoeïnen. We komen ze tegen, wanneer ze water gaan halen met emmers op hun hoofd. De steengroeve is nu een cisterne; het is immers automatisch een gat in de grond. De kinderen lopen natuurlijk achter ons aan, toeristje kijken is natuurlijk een interessant tijdverdrijf.
  • Vrij prominent in het spookdorp is het Andron, ofwel het mannenhuis. Dat heeft kapitelen die 'Toscaans' genoemd worden: capitelen met brede schouders.
  • Sirgilla heeft een badhuis met een puntdak, opgebouwd uit hout en dakpannen. Weinig van deze spookdorpen hadden een badhuis; het waren toch meer dorpen dan steden.
  • Naast de basilica ligt een soort parochiezaaltje.
  • Naast de basilica zit een gebouw met een industriële oliepers, met opeenvolgende bakken met filters ertussen.
  • Verderop nog een oliepers; het huis dat er bij hoort heeft een tweede verdieping en uitbundige versiering. Het ging kennelijk wel goed in de olijfolie-industrie. Nu staat er overigens een paard in de tuin.
Bauda
Vlak bij Sirgilla ligt Bauda. Het interessantste daar is het mausoleum met een pyramidedak (3e eeuw, Romeins). Vanaf een afstandje lijkt het dak glad, maar er zitten punten aan iedere "dakpan".

Al Bara
Nog weer iets verderop ligt Al Bara. De zon begon onder te gaan, maar we lopen toch ook dit spookdorp in, door de olijfgaarden. Hier heb je mausolea zoals in Bauda. Eentje is er alleen afgeknot: hij mist de top van het dak. Als je ze van dichtbij bekijkt zie je de verfijnde versiering.

Het hotel
Het Carlton hotel van Idleb ligt absoluut niet in de stad. Het ligt wel in de achtertuin van een moskee. De muezzin komt inderdaad luid en duidelijk door in de slaapkamer. Ik zit rechtop in mijn bed wanneer hij midden in de nacht oproept tot het ochtendgebed, maar ik draai me vervolgens lekker om…

Dit is het eerste hotel waar we serieuze groepen toeristen zijn tegenkomen. Dat is even wennen. Buffet, lange tafels, levende muziek en hele hordes Fransen, Spanjaarden en dergelijke. Het lastige is dat er dus veel mensen rondlopen, maar dat de lift maar drie mensen tegelijk kan vervoeren. Dat levert natuurlijk filevorming en vertraging. En op de een of andere manier is het trappenhuis geblokkeerd: je kon niet vanuit het trappenhuis de gang met de slaapkamers op.

overnachting: Idleb (Hotel Carlton)


Château de Saône


Bacchustempel? (Apamea)


Zuilbasis (Apamea)


Buffet

vr 9 april: Château de Saône, Apamea

De vlakte en de bergen
We rijden door de vlakte van de Orontes. Oorspronkelijk heette die Ghad en dat betekent dicht bos. Dat bos is er echt niet meer. Dit is wel een erg vruchtbare vlakte. Alexander de Grote kon zijn leger hier voeden. Aan de westkant van die vlakte rijden we tegen de bergen op. In deze bergen wonen de Aloieten, een bevolkingsgroep die in die bergen weinig middelen van bestaan heeft. Nu is wel de president Assad een Aloiet, maar dat is een zware uitzondering.

Bovenop de berg staan een paar dames brood te bakken in een erg authentiek uitziende oven: ze plakken het deeg tegen de binnenkant van de hete oven. En dan halen ze de platte broden er zo weer uit, met de blote hand. Dat verse brood is trouwens vreselijk lekker. Vooral de wat gevulde, pizza-achtige broden.


Château de Saône
Het kruisvaarderskasteel Château de Saône (ofwel Château de Saladin ofwel Qalaat Saladin) ligt heel strategisch op een rots. We kunnen er dan ook niet komen met onze eigen bus. We stappen over op een klein busje, een soort koekblik vol amuletten en verfraaiingen. Dat sleept zich kreunend en zuchtend over een haarspeldbochten-weggetje de rots op. De laatste fase is een trap van 140 treden die we zelf moeten beklimmen.

Tijdens de 'levensduur' van het kasteel evolueerden de wapens, dus moest het kasteel ook steeds worden aangepast om de verbeterde wapens te weerstaan. Dat zie je goed terug.
  • De dubbele muren zijn gevuld met puin om aardbevingen op te vangen; de Byzantijnen deden dat ook, maar dan met laagjes baksteen. Je ziet het verschil tussen de verschillende muren, uit de verschillende perioden.
  • De machicouli verscheen hier in de 12e eeuw. Het is onduidelijk of het een Frankische of een Arabische uitvinding was.
  • Onderin het kasteel zitten grote stallen.
  • De voordeur zit aan een volstrekt onbestormbare kloof, via een ophaalbrug naar de overkant. De ophaalbrug is weg, maar je kan nog wel via het gat van de voordeur van het duizelingwekkende uitzicht genieten.
  • Middenin is later een Arabisch badhuis gebouwd.
  • In de enorme cisterne zit nog steeds wat water. Er is geen bron bovenop een rots, dus die cisternes waren van levensbelang.
  • Het "lage" kasteel ligt aan de andere kant van de rots. Ook dit stuk ligt op een aardig hoge rots, maar toch heeft Saladin het kasteel in 1188 AD weten te veroveren via deze kant.
Apamea museum
Het museum in Apamea gaat eigenlijk om 15u al dicht, voordat wij het kunnen bezoeken. Maar Maan, mr. Super Guide, regelt dat ze open blijven voor ons. Het museum bevat vooral prachtige mozaïeken. Alle Apamese mozaïeken die we niet in Brussel of in Damascus gezien hebben, liggen hier. Bijvoorbeeld:
  • Socrates en co, want Apamea herbergde een belangrijke filosofenschool: die van Iamblichus. (Uit de oost-kathedraal, 362-363 AD).
  • Nereïden. Thetis met Aphros, de personificatie van het zeeschuim, met krabbenscharen als horentjes en een nimf (?) Doris, die eenzelfde soort bikini bovenstukje aan heeft als de 'bikini-meisjes' op het mozaïek in Piazza Armarina op Sicilië (362-363 AD).
  • Amazones, herkenbaar aan hun schilden met die onbegrijpelijke inhammen. De rand langs deze voorstelling is prachtig, een soort tulpmotief (5e eeuw).
  • Adam als "eerste versie" van Christus, op een troon met een boek in zijn hand. Maar dan wel in het paradijs, omringd door vredelievende dieren, waaronder een phoenix. (uit de Michael kerk in Huwarta, 487 AD).
De Apameaanse mozaïeken kennen we al van ons huiswerk: het voorbereidingsreisje naar het Jubelpark-museum in Brussel.
  • Geometrische vloermozaïeken waar keurig in het Grieks op staat wie hoeveel voet geschonken heeft (P=10, K=90, M=40 en Λε=35) (4e eeuw AD).
  • Dieren in het algemeen en jacht in het bijzonder (4e/5e eeuw AD, Photioskerk, Huwarta).
  • Therapeniden, ofwel dienstmeisjes van Odysseus (4e eeuw AD).
Apamea opgraving
We maken een snelle rondwandeling over de opgraving van Apamea, vanaf de zuidkant. Het is al vrij laat en voordat je het weet gaat de zon al onder. Wel erg mooi avondlicht. Het is vrijdag en dus een vrije dag. Daarom is de hele lokale bevolking hier aan het picknicken, rondwandelen, rondcrossen of zich anderszins aan het vermaken.
  • Huis van de consoles, namelijk consoles waar ofwel beelden ofwel balken op gerust hebben.
  • Cathedrale de l'est. In deze kathedraal hebben ze het Brusselse mozaïek van de therapeniden gevonden.
  • Het huis met het triclinium. Hier lag het mozaiek met de jacht en de tekst dat in Brussel onderin op de grond lag.
  • Atriumkerk. De synagoge zat hier onder.
  • Justinianuskerk. Deze mozaieken liggen hier in het museum
  • Over de cardo (de grote colonnestraat) naar de agora gewandeld. De cardo is bij de agora geblokkeerd voor verkeer; dat was een voetgangersgebied.
Eten en drinken
Net als in Jordanië krijgen we in Syrië veel erg lekkere mezze: hummus, baba ganoudj, tabouleh, shatah (gedroogde pepers met olijfolie en paneermeel), dolmas, ingelegde courgettes. Veel mixed grills met lamskebabben en in Baalbek met waanzinnige knoflookroom. En in Palmyra eten we een bedoeïnenschotel: rijst met kip, lam en amandelen.

Het toetje is meestal fruit, en dan wel fruit dat echt naar fruit smaakt. Niet van dat waterige. En alles in een overdosis. We hebben geen schijn van kans om alles op te eten. Maar ja, ze zouden natuurlijk ernstig in hun gastvrijheid zijn aangetast als we dat wel deden. Dan hadden ze immers te weinig geserveerd. Meestal drinken we Wijn uit de Bekaa-valei: Ksara en Clos Saint Thomas.

We eten in restaurants en beperken ons tot kijken wanneer we langs de mooie stalletjes lopen in bijvoorbeeld Damascus. Keurig opgestapelde groene amandelen, opgefleurd met gele en rode bloemen en fruit. Prachtig, maar die amandelen schijnen erg wrang te zijn. We hebben het maar niet geprobeerd, vooral om geen gezondheidsrisico's te nemen, want ons programma is te vol om rustig een paar dagen last van je spijsvertering te riskeren.

overnachting: Hama (Hotel Afamia Cham)


Noria (Hama)


Zielen in Abraham's schoot (Mar Musa)

za 10 april: Hama noria, museum, Qara, Mar Musa

Noria
Vanuit het hotel zien we de specialiteit van Hama al liggen; de waterraderen, ofwel: noria. Het water van de Orontes wordt in een aquaduct geschept door de raderen. Vervolgens voert het aquaduct het water naar de velden voor bevloeiing. De noria's liggen in een mooi buurtje achter het Azem-paleis.

Na ons vertrek uit het hotel, op weg naar het museum, blijken de koffers van twee vreemdelingen in onze bus terecht gekomen te zijn. De hoteljongens lossen deze complicatie snel op. Ze zijn meteen in een taxi zijn gesprongen, en achter ons aan naar het museum gescheurd om de koffers terug te halen.

Museum van Hama
Hama heeft een spiksplinter nieuw archeologisch museum. Dit herbergt paleolithische vondsten van Hama's eigen Tell. Omdat het zo nieuw is, is fotograferen streng verboden. Maar ze hebben ook slechts een ansichtkaart van één object. Dat is natuurlijk jammer. Wel mooi is dat de directeur speciaal voor ons in de kluis duikt, om die kaart eruit te halen.

In de gang staan allerlei kratten. Daarin zitten mozaïeken die naar Canada gesmokkeld waren en die nu terug gekomen zijn. In het museum staan een paar goede stukken:
  • Een buste met "lipstick" uit 2800 BC.
  • Een basalten leeuw van de entree poort van Hama's Tell (9e eeuw BC) Hama is verwoest door Sargon II in 720 BC.
  • Een stele met een Luvische inscriptie; weer een nieuwe oude taal...
  • Een mozaïek met 'damesorkest': Maryameen (3e eeuw AD), een Romeinse villa ten zuid-westen van Hama.
  • Prachtige romeinse sarcofagen van terracotta, lood en hout. De houten sarcofaag heeft een reliëf van een leeuwin die een welpje zoogt.
  • Een tronende Adam (5e eeuw).
  • Een stele van basalt met een pilaarheilige.
Sint Sergius in Qara
De kerk van Sint Sergius in Qara (370 AD) heeft een stel fantastische fresco's uit 1000 AD: een van Sergius en een Maria lactans. We zijn nog even langs een moskee gelopen, die zijn carriere begonnen is als S. Nicolaaskerk. Je ziet nog weinig van de kerk, behalve een paar kleine zuiltjes, die nu de mihrab omlijsten.

Mar Musa
De bus zet ons bij Mar Musa onderaan de berg. Die mogen we zelf beklimmen, via een lange trap. Naast de trap hangt een kooitje aan een touwtje. Dat is de goederenlift. Als je dan hijgend boven komt, bieden de bewoners van Mar Musa je een glaasje water aan.

Deze nederzetting is begonnen in de 2e eeuw als een Romeinse wachttoren. In de 6e eeuw kwam Mozes de Ethiopiër hier; hij is hier gestorven tijdens een belegering door de Perzen. Zijn lichaam is teruggegeven aan de familie, behalve zijn duim. Die viel er af, zeiden ze. Tja, ze wilden natuurlijk een relikwie overhouden. De kerk is in 1093 AD gebouwd. Hij is versierd met drie lagen fresco's; vroeg 11e eeuw, laat 11e eeuw en 14e eeuw. Op de fresco's staan afbeeldingen van:
  • Simeon de styliet
  • Sergius (of Bacchus, want die twee zijn niet altijd te onderscheiden)
  • Allerlei andere heiligen
  • En het laatste oordeel met allerlei groepen, zoals de monachalen (monnikken)
Wanneer we weer via de trap beneden beland zijn, worden we weer aangesproken door een stel vrouwen: moeder, dochters, nichtjes. Hun mannen en vaders werken in Saoedie-Arabie. Sommigen zaten nog op school, anderen hielpen moeder thuis, juist omdat vader in het buitenland werkt. Gastvrije mensen hoor. Ze boden ons een gezellig gesprek, thee en koekjes.

overnachting: Damascus (Hotel Afamia)

Mar Musa
De site van de monniken »
Deir Mar Musa - ancient monastery (article0 »
The monastery of st. Moses the Abyssinian »
zo 11 april: Damascus soek en terugreis
Op zo'n reisdag kan je niet echt veel doen. 's Morgens nog lekker even het centrum in. En om 13u komt de bus ons al ophalen. Vervolgens doen we er een uur over om door de douane te komen. Uitindelijk vliegen we om 16u en zijn we om 19u30 Syrische tijd = 18u3o oostenrijkse tijd in Wenen. Nog een keer overstappen en we belanden om 21u15 op Schiphol. "Moe maar zeer voldaan" is hier zeker op van toepassing.

overnachting: thuis


Last modified 22-4-2005

freddieh@xs4all.nl »